zaterdag 5 maart 2011

Nachtrennertjes van het zuiderland



Voor Diana





Introducie

Wie kent ze niet, elfjes, kaboutertjes, reuzen en nog vele andere karakters. Ja, inderdaad zijn vormen de basis van vele sprookjes. Vaak hebben zij een hoofdrol of een bijrolletje. En je hoort ook steeds vaker dat ze het hebben over kinderen en vaak zijn het eigenwijze ukkies die duidelijk laten weten dat ze er zijn. Maar soms zijn het ook hele zoete kleintjes die liever slapen dan wat te doen.

Maar... wie kent de verhalen van de kleine elfjes? Tinkerbell kent iedereen, maar zij was toch al een meiske van 6-7 jaartjes oud toen ze gewekt werd door het eerste lachje van een baby. Als je dan goed gaat opletten dan zie je op tv of hoor je in boeken hoofdzakelijk volwassen- of bijna volwassen elfjes die voorbij fladderen. Maar nergens zie je een heerlijk slapend babyelfje liggen. Maar... ze zijn er wel, want zij zijn goed verborgen en worden daar in alle rust verzorgt. Maar door wie dan? En waar zijn die babys dan? Ikzelf heb ze nog nooit gezien (tot voorkort dan!).

We weten dat de elfjes een speciale plaats hebben waar ze wonen. Kijk maar 's nachts in de lucht. Ja daar bij die ster daar naar links... ach daar hebben jullie natuurlijk niets aan. Want daar liggen de kleintjes namelijk niet te slapen. Daar in hun land hoor je geen babystemmetjes hoog gillen van vreugde, want zij zijn heel slim weggeborgen. Op een plaats waar je het nooit verwacht. Nee, nee zoeken helpt niet want ze blijven onvindbaar. Alleen weinigen weten waar de ukkies verzorgd worden. Lees maar verder dan hoor je waar ze zijn.




Het geheime babykamertje


Geeeuw.. He er kriebelt iets op mijn rug..wat is dat nou weer. Auw dat prikt. Ik geef mijn broerje een por en fluister zachtjes, broertje ga eens wat opzij. Je staart kriebelt. Ik hoor een hoog gemummel en een gegiegel. Och arme hij is in slaap gevallen met zijn gevouwen bladermuts en zijn houten nepzwaardje. want dat was het wat mij prikte. Ik haal voorzichtig beide speeltjes weg, maar dan hoor ik hem zielig mummelen. Ik leg voorzichtig mijn staartje dichtbij hemdie hij direct vastpakt en al knuffelend valt hij ermee in een diepe slaap. Ik probeer dichterbij de klok te komen want ik wil weten hoe laat het is, het lukt maar net want mijn broertje heeft mijn staart stevig vast. Gelukkig nog een uurtje slapen. Ik kruip snel bij mijn broertje nog een uurtje.. geeeuw, en ik dommel weg in het kleine doosje naast mijn broertje Bobo.


Daar weerklinken de 12 doordringende galmen van de grote klok. En ik, Bibi wordt wakker. Bobo.. Boooboo!! Wakker worden! Het is tijd om tante Jubi wakker te maken. Bobo ligt heerlijk te snurken en hij wil zich nog een keertje omdraaien, maar dan trekt Bibi (zijn tweelingzusje) het warme wollen vodje, wat hun denken was, van hem af. Owwww...zo koud! mummeld Bobo. Sjo kan de kapitein niet verder op zijn reis. Bibi schiet in de lach, want ze weet dat haar broertje weer aan het dromen is dat hij piratenkapitein is. Zijn favourite rol. Kom op kapitein-in-pyama uit de veren, je manschappen wachten op je roept ze. En Bibi geeft haar broertje een prik met het nep-zwaardje. Auw! roept Bobo, en een beetje geschrokken gaat hij zitten. Met een slaperige blik kijkt hij naar zijn zus die nog giebeld van het lachen. Hij grijnst en trekt zijn mondje wijdopen en geeuwt ongegeneerd. Oh ja, mijn mansjchappen! Kom mee sjus dan gaan we tante Dot wakker sjchudden want ik heb al sjo een honger. Bobo springt uit bed en probeert snel zijn truitje aan te trekken en tegelijkertijd zijn muts op te zetten. Bibi helpt haar broertje want zij heeft zich al omgekleed. Ze glimlacht want ze weet dat haar broertje heel erg slist, tja is wel te verwachten als je je tandjes aan het wisselen bent.

Als ze klaar zijn rennen zus en broer via een uitgehakt trappetje naar boven. Gelukkig zijn ze het al gewend want het is een heel stijl draaitrappetje van wel 90 treden. Nog napuffend staan ze voor een deurtje dat gemaakt is van een eikeblad en allerlei gedroogde dennenaalden. Het deurtje van Dotje Jubilate, ofwel Tante Jubi zoals ze door Bibi en Bobo, de 2 muisjes, genoemd wordt

Ontstaan van een sprookje

Hallo lezers, ja nu nodig ik jullie uit om eens mee te gaan in mijn gedachten. Naar de plaats die voor velen onbekend is en vaak onbekend blijft. Want vele schrijvers en schrijfsters houden deze plaats vaak verborgen. Als een verborgen tuin in een labyrint van tuinen. Maar ik neem jullie mee. Voorzichtig, want het kan soms weleens zijn dat jullie vreemde planten en dieren tegenkomen die in deze wereld of wel voorkomen of juist niet. Of ze jou misschien iets ergs aandoen? Nee hoor want in mijn hart woont ook iets wat altijd vrede ofwel Vrede geeft. De zachte Leidsman van een kudde, die is in mijn hart, in mijn dichtershart de Leidsman. Kom.. kom mee.

Nu je hier in de voorhof staat zie je dat de tuin van het schrijven vrij complex is. Er is een kleine smalle weg die richting de poezie gaat. (Overwoekerd, maar wel getrimd, met klimop en heggewinde.)
En een velerlei aan paadjes, steegjes naar allerlei tuinen, plantsoenen, verborgen bossen en vergeten beken en meren. Ook zien jullie een bijna overwoekerd pad waar een weg naar beneden leid. Het pad is veel gebruikt en er groeien allerlei rode bloemen in het pad..alleen het pad wordt wel steeds donkerder. Niet bang zijn als de weg daarheen leid..ik weet de weg.